Wat is assertiviteit?

Assertiviteit is een verzamelbegrip uit de sociale psychologie, een stroming die in het begin van de vorige eeuw ontstond als een fusie tussen de sociale wetenschappen en de psychologie. Deze tak van wetenschap bestudeert hoe mensen functioneren en worden beïnvloed in relatie met andere mensen. De grondlegger van de sociale psychologie is Norman Triplett, die in 1898 een studie publiceerde over wat hij “sociale facilitatie’ noemde. De term assertiviteit is van een latere datum en kwam pas echt in zwang in de jaren zeventig. Er is veel over geschreven en het begrip was al gauw niet meer alleen in de psychologie gangbaar, maar werd ook toegepast in het maatschappelijk werk, het onderwijs en vooral het bedrijfsleven. Over dat laatste zullen we het hier dan ook over hebben.

Wie hielden zich bezig met assertiviteit in de jaren 70?

Bekende psychologen die zich toen bezighielden met assertiviteit waren Robert E.Alberti en Manuel J. Smith, die er allebei bestsellers over schreven. Vooral het boek “Als ik nee zeg, voel ik me schuldig” van Smith (1975) heeft grote invloed gehad in de (arbeids)psychologie en ging als warme broodjes over de toonbank bij mensen in het bedrijfsleven. Al gauw werd assertiviteit ook een bedrijfstak, eerst van psychologen, maar later vooral van trainers en coaches. De trainings- en coachingsbureautjes schoten als paddenstoelen uit de grond en het begrip kreeg steeds meer inhoud naarmate er meer methodes werden ontwikkeld.

Het boek van Smith is echter nog steeds actueel, en deze psycholoog werd wereldberoemd met zijn “verklaring van de tien assertieve rechten van de mens,” een lijst met tien punten die nog steeds de basis vormt van onze huidige opvattingen over assertiviteit en bij heel wat mensen boven hun bed heeft gehangen

 

Maar wat is nu eigenlijk assertiviteit?

Volgens het woordenboek betekent de term “zelfbewust en zelfverzekerd jezelf kunnen zijn,” maar dat is wat erg summier. Een betere definitie van assertiviteit zou kunnen zijn: “een aan te leren sociale vaardigheid waarbij je opkomt voor je zelf, je eigen mening, je rechten en je standpunten zonder de gesprekspartner agressief te benaderen, maar de ander vriendelijk en met respect te bejegenen en hem in zijn waarde te laten.” Assertief zijn is dus niet iets wat je aangeboren is, maar wat je in de loop van je leven leert.

Wat wel aangeboren is, is de vecht-of-vlucht reactie, hier te vertalen als ‘agressief” enerzijds en “passief” of ook wel “subassertief” anderzijds. Een assertieve reactie zit daar precies tussenin en leer je als het goed is al vanaf je jeugd toepassen in moeilijke intermenselijke situaties. Niet iedereen heeft dit als kind goed meegekregen en assertiviteit en agressie worden nogal eens met elkaar verward. We beginnen onze discussie dus met wat niet-assertief gedrag is, namelijk agressiviteit en sub-assertiviteit.

Wat is Agressiviteit?

Agressieve mensen zijn dominant, hebben geen respect voor de mening van een ander, luisteren slecht, vallen je in de rede, negeren de gevoelens van de ander, zijn overheersend, hebben veel en vaak kritiek, komen met beschuldigingen, verheffen hun stem of gaan zelfs schreeuwen. Ze zijn geneigd de ander te overstemmen, constant hun mening te geven, voor te ringen, de eer op te strijken voor wat een ander heeft gepresteerd, brutaal te zijn, te manipuleren en anderen neer te halen. Het zal duidelijk zijn dat dat niet bevorderlijk is voor hun interpersoonlijke relaties.Het komt wel zelfverzekerd over, maar brullen als een aap is beslist geen assertief gedrag, al wordt het soms wel zo gezien.

Wat is sub-assertiviteit?

Sub-assertieve mensen zijn het andere uiterste en lopen ook tegen problemen aan in hun interacties met anderen. Een sub-assertief persoon komt niet voor zichzelf op, houdt zich meestal stil, geeft snel toe, mijdt conflicten en moeilijke situaties, durft geen kritiek te geven, gedraagt zich onderdanig, cijfert zichzelf weg, is besluiteloos, zegt constant sorry, laat anderen beslissen, kan geen complimenten ontvangen, durft niet te vragen wat hij zelf wil en laat zijn emoties niet zien. Dit is ook niet de beste manier om iets van iemand gedaan te krijgen, want andere mensen zijn natuurlijk niet helderziend en als je niets aangeeft, weten ze ook niet wat je wil. Sub-assertief zijn brengt dus heel wat opgekropte boosheid en frustratie met zich mee. Ook het mijden van conflicten is op de lange duur niet haalbaar, want er komt een punt dat de emmer overloopt. Dit type mensen kunnen dan ogenschijnlijk uit het niets ineens ontslag nemen, een relatie verbreken of zich uit een groep of project terugtrekken.

Wat is dan assertiviteit?

Assertief zijn betekent dus niet dat je van de daken schreeuwt, en jezelf op je borst slaat, zoals weleens gedacht wordt. Assertief communiceren houdt juist onder andere in dat je wel voor jezelf opkomt, maar niet je stem verheft, je mening op en gepast moment geeft, je niet boven een ander stelt, niet voordringt, maar wacht tot je aan de beurt bent, niet te uitdrukkelijk aanwezig bent, maar eerder aangenaam, een ander zijn succes gunt, de ander uit laat praten, en pas iets zeggen als je geluisterd hebt. Verder ben je assertief als je je emoties laat zien, je grenzen kent, stelt en beschermt, nee kunt zeggen, een krachtige maar rustige lichaamstaal gebruikt, met kritiek om kunt gaan, kunt zeggen wat je echt wilt en verlangt, goed luistert, complimenten kunt geven en ontvangen en weet hoe je een conflict het beste hanteert.

Dit doe je allemaal niet alleen met woorden, maar ook met hoe en wat je doet, wat je denkt, hoe je communiceert en hoe je lichaamstaal gebruikt. Hier komen we later uitgebreid op terug. De resultaten van assertief zijn houden onder andere in dat je vaker krijgt wat je wilt, minder conflicten hebt, meer zelfvertrouwen krijgt, en een gezonde relatie met jezelf en anderen opbouwt. Verder vermindert het stress, is het beter voor je gezondheid en je leeft zelfs langer! We geven hier zes voorbeelden van assertief gedrag, namelijk grenzen stellen, omgaan met negatieve mensen, nee zeggen, lichaamstaal., goed leren luisteren en het “ik-model” voor conflicthantering.

Goed luisteren

Assertiviteit heeft veel te maken met communicatie en dat houdt niet alleen in dat je zelf aan het woord bent, maar dat je ook goed hebt leren luisteren. Een bekend concept is het LISA-model, waarbij de hoofdletters slaan op Luisteren, Interpreteren, Samenvatten en Antwoorden. Een ander veel gebruikt model is het LDS-model, wat staat voor Luisteren, Doorvragen en samenvatten. Luisteren is dus iets wat je actief doet, het betekent niet dat je je mond houdt en de ander alleen aanhoort, maar dat je toetst of de ander je begrijpt of dat jij de ander begrijpt, feedback geeft en aan meta-communicatie doet, ofwel te praten over het praten zelf. Voor veel mensen is dit verbazend moeilijk en soms is het raadzaam om er een cursus of training in te volgen.

Grenzen stellen en bewaken

Dit is in iedere relatie of interactie met andere mensen noodzakelijk, maar niet iedereen is er even goed in. Grenzen stellen betekent in de eerste plaats dat je weet waar je grenzen liggen, anders kun je ze ook niet aangeven. Als je niet weet wat je grenzen zijn, of als je helemaal geen grenzen hebt, is het verstandig om professionele hulp te zoeken, want als je grenzen teveel worden overschreden word je niet alleen een deurmat, maar het levert ook wrijving op, stress en zelfs fysieke klachten, zoals pijn in je nek, pijn in je schouders en buikpijn. Grenzen stellen betekent dus allereerst dat je voor jezelf moet vaststellen wat je grenzen zijn.

De volgende stap is het duidelijk maken aan de ander wat je grenzen zijn en daar afspraken over te maken. Mocht iemand dan toch zich niet aan de afgesproken grens houden, dan moet je zorgen dat je dat meteen denkt (of voelt) en voor de ander benoemt. Bij je grenzen bewaken gaat het erom dat je op het moment dat iemand ze niet respecteert, dat meteen doorhebt. Je moet bij notoire grensoverschrijders dus altijd alert zijn en jezelf onmiddellijk beschermen door rustig en vooral duidelijk te stellen dat hier je grens is en blijft. De ander zal dat misschien niet altijd leuk vinden, maar uiteindelijk kan het de relatie en het vertrouwen versterken. Gebeurt dat niet en weigert de persoon je grenzen te respecteren, dan komen we bij het volgende voorbeeld, namelijk nee zeggen.

Nee zeggen

Verbazend veel mensen vinden het moeilijk om iets te weigeren of nee te zeggen als iemand iets van ze vraagt. Toch kun je daarmee in de prob

lemen raken, bijvoorbeeld als je door je baas steeds wordt opgezadeld met vervelende klussen, of omdat je werkdruk veel te hoog wordt, of niet aan je werk toekomt door wat anderen van je verwachten. Als je hier

moeite mee hebt, kun je het eens proberen met de techniek van de gebroken grammofoonplaat. Dit houdt in dat je ten eerste in een korte zin en op een duidelijke en krachtige manier duidelijk maakt dat je iets niet wilt (doen). Als je gesprekspartner dan gaat doordrammen, blijf je alleen die zin herhalen. Daarbij hoort ook lichaamstaal, als je nee zegt en iemand accepteert dat niet, kun je je het beste fysiek van die persoon afwenden.

Verder moet je beheerst en zelfs een beetje bedeesd blijven, maar steeds die zin blijven herhalen. Meestal houdt de betrokkene dan vanzelf op. Is dat niet zo, dan gebruik je het assertieve “toverwoord,” namelijk: Bedankt. Deze techniek houdt in dat je het verzoek van de ander erkent en hem of haar waardering geeft om de boel te sussen.

Vervolgens kom je met een zin die begint met “maar” en waarin je een of meerdere alternatieven suggereert. Ontmoet je hierin weerstand, dan zul je met argumenten moeten komen, maar daarmee moet je niet beginnen. Als je meteen al met argumenten komt, ben je eigenlijk verantwoording aan het afleggen, en dat hoort niet nodig te zijn, want iedereen heeft het recht om nee te zeggen. Alleen als je “nee” consequent niet gerespecteerd wordt, of in een werksituatie, kan het nodig zijn om een verklaring te geven, maar daar ben je niet toe verplicht. Zoals Oprah het zo treffend verwoordde: “No is a sentence.”

Lichaamstaal

De meeste mensen zijn zich hier niet van bewust, maar het grootste deel van onze communicatie is non-verbaal. Je zegt eigenlijk al een heleboel met je stem, je lichaamshouding of je bewegingen. Een assertieve lichaamstaal zie je veel bij politici en een non-verbale techniek Om assertief en zelfverzekerd over te komen is de zogenaamde “Power Pose,” die uit vijf elementen bestaat. De eerste wordt in het Engels ‘steepling” genoemd en bestaat eruit dat je rustig blijft zitten, terwijl je je vingertoppen voor je borst bij elkaar brengt alsof je heel diep aan het nadenken bent. Deze klassieker werkt nog steeds en het voordeel ervan is dat je tijd wint. De tweede manier is “marcheren,” een manier van lopen die je in het leger ziet. Hiermee maak je heel veel ruimte voor jezelf, het komt jeugdig en krachtig over en mensen gaan je zien als een “winnaar.” Een andere houding die zelfvertrouwen uitstraalt is om je armen op je rug te leggen, terwijl je met je ene hand de pols van de andere vasthoudt. Je laat daarmee zien dat je niet kwetsbaar bent.

Welke pose is gegarandeerd succes?

De ultieme pose is echter jezelf zo groot mogelijk maken en zoveel mogelijk ruimte innemen. Dat kan op verschillende manieren. Als je staat, zorg je dat je benen op schouderbreedte staan en je vouwt je handen achter je nek, of je zet ze stevig op het bureau. Als je zit, vouw je je benen niet over elkaar, maar zet je je voeten naast elkaar op de grond of je steunt met de enkel van je ene been op je knie. Dit maakt gegarandeerd indruk en kan meer opleveren dan wat voor babbel dan ook. Ten slotte: lach nooit! Als je assertief wilt overkomen moet je geen relativerende grap maken, want dat kan de indruk geven dat je zwak of onzeker bent.

 

Omgaan met negatieve mensen

Dit is vaak een harde noot om te kraken, maar als je assertief wilt zijn, moet je ook zorgen dat je niet wordt besmet met, of meegesleurd in, de negativiteit van andere mensen, vooral als die structureel is. Hier heb je grofweg vijf opties. Ten eerste kun je de persoon vermijden en dat is vaak de beste manier, maar niet altijd uitvoerbaar. Heb je toch met zo iemand te maken, dan kun je proberen om af te zwakken. Dit houdt in dat je niet enorm positief gaat doen, want dan zal de persoon zijn hakken in het zand zetten en nog negatiever worden. Je kunt beter wat matige empathie tonen en negatieve uitspraken niet bestrijden, maar ze ombuigen tot iets wat positiever of neutraler is.

Als je voorbereid bent op de interactie met een negatief persoon, dan kun je ook proberen hem voor te zijn. Dat betekent dat je meteen positief begint, met een glimlach, een kopje koffie, een complimentje of desnoods een flauwe grap. Daarmee zet je de toon, waardoor de ander minder makkelijk in negativiteit gaat vervallen en misschien wel een glimlach vertoont.

Werkt dit allemaal niet?

Dan kun je de confrontatie aangaan, ofwel iemand een spiegel voorhouden. Het is wel belangrijk dat je dat rustig en assertief doet, maar soms werkt het om openlijk en oprecht je mening te geven, ook als die kritiek inhoudt. Het kan zomaar gebeuren dat de ander zich helemaal niet bewust was van zijn negativiteit en je kritiek ter harte neemt.

Het uiterste middel is om het in de groep te gooien, met andere woorden, er een of meer mensen bijhalen die wel positief zijn, om zo de invloed van het negatieve gedrag te verminderen. Je kunt bijvoorbeeld iemand anders in het gesprek betrekken of met de persoon in de kantine gaan zitten Deze vijfvoudige aanpak moet je wel oefenen, maar je kunt er ook een spel van maken en thuis hartelijk om het negatieve gedrag lachen, in plaats van er zelf in meegesleurd te worden.

Conflicthantering met het ik-model

Er zijn verschillende manieren om een conflict te hanteren of te voorkomen, maar de meest assertieve is het zogenaamde ik-model. Dit moet je niet constant doen, maar het is goed om in je achterhoofd te hebben in situaties waarin een conflict dreigt te escaleren. Deze techniek bestaat uit vier kernvragen, namelijk: wanneer, dan, ik voel, en ik wil. De eerste vraag betreft de gebeurtenis of het probleem en je boodschap kan zijn:”wanneer jij X of Y doet.”

Stap twee betreft het gevolg, waarbij je bijvoorbeeld zegt: “dan doe ik zo.”

Stap drie is om dan te benoemen wat je door het gedrag voelt en in stap vier maak je duidelijk wat voor gedrag je liever ziet. Dit is niet iets wat je van het ene op het andere moment kan, je moet erop oefenen. Maar als je dit onder de knie hebt, zul je minder conflicten hebben, de ander zal je beter begrijpen en zich gerespecteerd voelen, de kans is groot dat het gedrag verandert, je hebt je gevoel kunnen uiten en uiteindelijk kan het de relatie verbeteren.