Ankeren, wellicht heeft u er al eens over gehoord of misschien is het helemaal nieuw voor u. En toch zult u er in het dagelijks leven regelmatig mee te maken hebben gehad. Ankeren komt voort uit een experiment dat gedaan werd door Ivan Pavlov (1849-1936). Deze beste man had een paar honden en die kwijlden altijd wanneer ze eten kregen. Toen kreeg hij een idee. Op het moment dat hij zijn honden eten gaf, liet hij een bel klinken. Na enige herhaling van dit experiment begonnen de honden al te kwijlen bij het horen van de bel. Zonder dat er eten in de buurt was. Deze externe stimulus, ofwel de bel, was dus neurologisch direct verbonden aan de interne stemming (reactie). Dit veroorzaakte dat de honden pardoes begonnen te kwijlen bij het horen van de bel. En dat is wat we tegenwoordig verstaan onder Ankeren. Een neurologische koppeling tussen stimulus en respons.
Op dezelfde manier als bij mensen
Een anker is dus in essentie een externe prikkel die neurologisch verbonden is aan een interne stemming. Voor mensen kan dit bijvoorbeeld een woord, muziek, smaak, geur of een voorwerp zijn. Eigenlijk kan een anker alles zijn dat met onze zintuigen te maken heeft. Dit is dus altijd iets dat je ziet, hoort, voelt, proeft of ruikt. Herkent u dit? Reclamemakers maken bijvoorbeeld veel gebruik van ankers. Dit zijn vaak suggestieve beelden (ankers) die een bepaald gevoel oproepen. Bijvoorbeeld een gevoel dat je succesvol bent (of kunt worden) of dat je mooi bent. Onderbewust worden deze gevoelens dan gekoppeld aan het product van de reclame. Het is ook goed om te weten dat niet alle vormen van Ankeren positief zijn. Zo wordt het gevoel van een pijnlijke ervaring gekoppeld aan een externe prikkel. Deze wordt weer voelbaar als op een later moment dezelfde externe prikkel zich aandient. Bepaalde fobieën zijn daar een goed voorbeeld van.